Het is zaterdagmiddag. Putteke herfst. De tuin is gevuld met dikke mist waaruit de omtrekken van de beuken onheilspellend naar voor komen.
Binnen is het warm. De lucht is gevuld met vers gebakken brood van mijn vriend zijn moeder. Samen zitten we op de warme grond Stratego te spelen. Ik ben blauw en hij rood. Met één goede zet vind ik zijn vlag met mijn vliegende spion.
Hij wordt kwaad, heel erg kwaad. Het bord vliegt in de lucht. Ik vlucht naar de bergingsruimte. In elkaar gedoken schuil ik naast de boiler.
Het is er nog warmer. Ik denk aan het warme brood.