G. kwam op donderdag vloerbedekking leggen boven. Als een stormram vloog hij de trappen op met materiaal.
‘Doe rustig aan’, zeiden wij.
‘Zo werk ik altijd’, antwoorde G. Hij kluste ook in het weekend en was gewend aan een dik salaris.
Op vrijdag meldde hij zich ziek. Jammer maar begrijpelijk. Maandagmorgen stond hij fluitend op de stoep. Uitgerust.
G. vertelde. Hij was achtentwintig en had geen gemakkelijk leven. Zijn vader liet het gezin vroeg in de steek. G’s eerste relatie eindigde problematisch. Hij had een drugsverslaafde broer. Binnenkort werd hij vader van zijn vierde dochter. Hard werken was goede afleiding. Wij gaven hem een bonus na afloop. G. stuurde een foto waarop hij glowbowlde met zijn gezin. Ze genoten.