Het is vochtig, nat en viezig in mijn tuin. En toch is er deze zomer een festival.
Ik ben alleen niet uitgenodigd.
Ze zijn met velen, kennissen en familie. Elke dag opnieuw.
Ritmisch op de drum van de regen verzamelen ze zich om mijn perenboom.
En steeds dreigender voor mijn tuindeur glijden ze dichterbij.
De naaktslak. De een knip ik doormidden, de ander vliegt over een schutting of twee.
Eentje plant zich als wraak onder mijn voet, maar een ander fluistert:
‘Tot volgend jaar, dan is het nog natter, en neem ik mijn neefjes mee.’