Alles is eindig en gaat ooit voorbij, Niks voor altijd, het einde nabij. Wat ooit bestond, hield op te bestaan,
Wat leeft of beweegt, dezelfde wijze vergaan. Het zal ooit verdwijnen, alles wat ik maar ken.
Tijd kent geen genade, ook niet voor hen:
Mijn opa, mijn jeugd, het ouderlijk huis,
Woonkamerplant, lievelingsbroek, favo show op de buis.
Weken niet snoepen, een vluchtige trend, mijn baan en de nacht, mijn lievelingsband.
Alles is eindig, soms is dat fijn. Niets voor altijd verlicht dan de pijn: buikgriep, een wachtlijst, dit kabinet.
Lockdown, mijn kiespijn, een saai cabaret. Ingescheurde nagel, geluidsoverlast, vervelende buur.
Burn-out, peuterpuberteit, lekkende muur.
Praatgrage collega’s,
Een kraaiende haan.
Allen zullen hetzelfde lot ondergaan.