Aan mijn voeten ligt een hond, niet mijn hond. Hij lost regelmatig wat lucht. Het is een vreemde bedoening want iedereen in de wagon kijkt ongemakkelijk en vragend naar elkaar. De hond daarentegen tukt ongegeneerd verder. Het is vreemd, vreemd mooi eigenlijk hoe zijn wind ons ongewild met elkaar verbindt.