Van de week stierf een gele parkiet onder mijn handen. Het vogeltje zong al een week niet. Het was oud en had op de tocht gestaan.
Nu is hij dood en dat zou mevrouw Smit zwaar vallen. Als weduwe is ze zeer aan haar zanglustige knaap gehecht. Van de weeromstuit kocht ik een identiek gekleurde parkiet.
Toen ze de spreekkamer betrad, haalde ik het parkietje van achteren, dat vrolijk een riedeltje voor zich uit floot. ‘O, u heeft m’n jongetje weer beter gemaakt.’ Spontaan gaf ze me een vochtige kus.Met warm aangelopen wangen knikte ik vriendelijk.
‘Hoeveel ben ik u schuldig?’
‘Laat maar zitten.’
Nogmaals gaf ze me een kus en verliet de praktijk als een kind zo blij.