Amicaal hang ik over mijn busstoel: ‘Waarom neem je nou een Magnum?’
We kennen elkaar nog niet en verbijsterd en sprakeloos staart ze me aan.
Ik, dunne vrouw, vraag het haar, dikke dame?
Het ijsje zakt betrapt tot onder haar oude vrouwenboezem.
Ik verlos haar maar uit haar lijden: ‘Een Magnum kun je toch ook in Nederland krijgen? Neem straks toch lekker een Italiaans ijsje!’
Ze ontspant en biecht op: ‘Ik zag net iemand met een Magnum lopen, en toen dacht ik: die wil ik ook, ze zijn zo lekker!’
‘Die zijn lekker hè,’ zweer ik samen en lach haar schalks toe.
Een opgeluchte glimlach siert haar met ijs besmeurde mond. Tevreden en opnieuw gulzig neemt ze haar laatste happen.