Op een dag in mei lopen er meer mensen door onze straat dan normaal. Stuk voor stuk hebben ze een papier in de hand en lijken doelgericht ergens naar op weg te zijn. Is er een feest in de buurt waarvoor ik niet uitgenodigd ben, vraag ik me af.
Als ook de buurman langs stevent kan ik me niet meer inhouden en vraag mijn dochter of zij iets weet van een feestje in de buurt. Ze moet erg lachen. Vooral om mijn angst niet welkom te zijn.
'Ja mam. Het is vandaag het feest van de democratie en jij bent ook uitgenodigd!' 
Ik was vergeten dat in de nabijgelegen school een stembureau gevestigd is.