Tante, oud-lerares klassieke talen overlijdt hoogbejaard en vereenzaamd in een bejaardenhuis. Destijds wisten vele buurtpoezen Kattentante te vinden. Zij serveerde verrukkelijke poezenhapjes en regelde op individueel kattencomfort ingestelde slaapplekjes.
Als wij met een handjevol familie de ontvangstruimte binnenkomen staakt de oefenende organist decent zijn spel. Wij memoreren haar bijzondere karakter, humor, haar genieten van muziek en haar Grote Kattenliefde.
Na afloop komt een onbekende man ons condoleren. Hij blijkt de organist te zijn die in onze toespraken zijn dierbare lerares oude talen had herkend. Wanneer hij proefwerken terugkreeg, zo vertelde hij, zat daaraan altijd de onmiskenbare kleur en geur van kattenpies. Een humoristische noot van een muzikale oud-leerling, tante zou vergenoegd hebben gespind van plezier.