Beroerd
De jonge vrouw zat ineengedoken en met half geloken ogen tegenover me in de treincoupé met haar mobieltje tegen het oor. ‘Ik ben écht heel beroerd’, kreunde ze, gekweld door de een of andere pijn. Aan de andere kant werd gesproken. ‘Ja,’ zei ze nadien, feitelijk op fluistertoon. ‘Ik kruip onder de wol. Over een paar dagen ben ik vast weer wat opgeknapt.’ De verbinding werd verbroken. Ze ging rechtop zitten en legde een volgende verbinding. ‘Hai, met mij,’ klonk het nu monter uit haar glimlachende mond. ‘Ja. Ik kom er nú aan. Zet de drank maar koud!’
nl
Remco Meisner
5
20240618084938