Het is de dag voor kerst. De regen tikt gestaag zijn ritme op het slaapkamerraam. Het enige licht dat tussen de gordijnen door piept, is dat van de straatlantaarn.
Ik kijk naar de contouren van mijn lief, zijn hoofd nog onder het dekbed. Langzaam rijst en daalt de bult onder de gebloemde stof. Ik bedwing de neiging mijn hand op zijn arm te leggen en draai me om.
Buiten hoor ik de wielen van een vuilnisbak over de tegels rollen. Woensdag, schrik ik, onze bak staat nog niet buiten. Eigenlijk het wekelijkse klusje van mijn lief, maar is dit niet de tijd voor goede daden?
‘Ik zet de kliko wel buiten, schat,’ fluister ik en glip uit bed.