Douwe is 9 jaar en stelt regelmatig vragen over S. E. X. (het woord mag niet uitgesproken worden want dat is vies). ’s Ochtends op de fiets naar school vraagt hij ineens: ‘hoe zouden ze hét uitgevonden hebben?’ Ik vraag aarzelend wat hij bedoelt. ‘Nou, wie heeft als eerste bedacht om “hét” te gaan doen?’ Ik twijfel wat te zeggen. Douwe vervolgt: ‘misschien ging een man stiekem een keer op een vrouw liggen toen ze sliep?’ Ik antwoord: ‘Misschien was ze wel wakker! Sterker nog, misschien vond ze het wel leuk.’ Er volgt een stilte, dan een hardgrondig ‘getverrr’ en het gesprek komt abrupt ten einde.