Bij een goede vriendin geef ik uiting aan mijn frustratie over een notoire querulant in een samenwerkingsproject. Ik mopper: ‘intrigant’, ‘ruis’, ‘tegenwerking’, ‘desinformatie’, ‘bemoeial’, ‘stoorzender’. Maar vooral: ‘dwarsligger’. Mijn vriendin reageert: ‘Maar dwarsliggers zijn toch juist nodig voor een goed spoortraject?’ Ik, patsboem: ‘Niet als je ze óp de rails legt in plaats van eronder!’