Elke dag gooit hij alles eruit.
Hij praat nauwelijks meer, toch houdt hij zich niet meer in. Pijn, verdriet en dagelijks leed worden de wereld in geslingerd met alle kracht die hij in zich heeft.
Zijn pijn is diep ingesleten, verdriet zwaar verankerd in zijn hart. Elke herinnering aan wat was, maakt het gemis nu dieper en de angst voor straks alleen maar groter.
Mijn zoon is ziek. Maar al geeft hij elke dag meerdere keren over, kan hij nauwelijks nog eten binnenhouden, hij zal zichzelf niet ziek noemen. Dat kan hij niet.
Ziek is kanker. Zoals zijn stiefvader. Zijn hond. Hij is alleen maar bang voor kanker.
En zijn angst komt in golven.
Mijn zoon geeft zich over.
Op.