We bivakkeren aan de houten picknicktafel op een parkeerterrein in Raamsdonksveer. Het is middagpauze. We eten zweetkaasboterhammen met karnemelk en voeren gesprekken over vaststaan bij knooppunt Hooipolder, problemen met de printer op kantoor, de kinderen, de kat en voetbal.
‘Wat voor weer wordt het morgen eigenlijk?’ vraagt een van mijn collega’s. ‘Geen idee, ik zoek het wel even op,’ zeg ik. Ik tuur tegen de zon in, op de weerapp. ‘Nou, het wordt echt zomerweer. Morgen wordt het 27 graden, overmorgen 28 graden. Zaterdag 29, en zondag zelfs 30!’
‘Wauw, echt lekker!’ zegt mijn collega.
Dan zie ik pas dat ik naar de datum heb gekeken. Niet naar de temperatuur.
Ik zeg het nog maar even niet.