Bij de ochtendpulse kondig ik allerlei rampspoed aan. De allesreiniger is slecht leverbaar, de vaatwasser is kapot, iets met veel storingen en dan ook nog problemen met de dagplanning.

‘Toch is er ook nog goed nieuws vandaag,’ Mijn collega Gerard is jarig. Dat is hij ieder jaar gelukkig wel een keer. In mijn hoofd verzin ik iets om alle rampspoed toch positief te eindigen. ‘Misschien kunnen we anders wel een verjaardagsliedje zingen…’ Ik zie het hoofd van Gerard. Shit, hij houdt helemaal niet van deze ongevraagde aandacht. ‘… in stilte’, roep ik er achteraan.

Er valt een angstaanjagende stilte. Vijftien mensen kijken me glazig aan.

Hiep hiep hoera, in de gloria!
Dit is een verjaardag om nooit te vergeten.