Voor het eerst in Utrecht stap ik opgetogen de trein uit om Hoog Catharijne te bezoeken.
Wat om mij heen kijkend loop ik met de massa mee naar buiten.
Ieder gaat zijn weg.
Vertwijfeld blijf ik achter en loop naar het busstation op zoek naar de bus die mij naar Hoog Catharijne kan brengen.
Na een tijdje zoeken vind ik geen bus die richting Hoog Catharijne gaat en
vraag het een buschauffeur die achter geopende deuren zit.
De buschauffeur wijst met een lichte twinkeling in zijn ogen naar een roltrap en zegt:
‘Als u deze neemt bent u er.’