Lieve is voor het eerst komen spelen.
‘Goed gegaan?’ vraagt moeder bij de voordeur.
Drie minuten geleden blijkt Lieve niet van waterijsjes te houden. Voor de tv heeft ze hem stilletjes laten smelten. Gefocust storm ik op haar af. Maar doordat haar hoofd verbaasd naar me toe draait, kantelt ook haar bordje. Dieprode drab stroomt over de hagelnieuwe bank.
‘Prima,’ zeg ik. ‘Lekker gespeeld.’
Mijn dochter springt ertussen. ‘Papa was boos op Lieve, hij heeft geschreeuwd!’
Verraad doet pijn, snijdt door je ziel.
‘Nou, boos, boos … Blíj was ik niet, haha. Iets met een ijsje.’
‘Lieve lust geen ijs!’ blaast moeder.
‘Dat weet ik nu, voor de volgende keer.’
Ze sleurt haar dochtertje mee. En mompelt bijtend: ‘Liever niet.’