Gisteravond doorgelicht. MRI, twintig minuten oorverdovende pulsen.
Beseffen dat niets ooit van me afglijdt. Vandaag al zeker niet: magnetisch geladen trek ik alles naar me toe. Elk kwartier de website checken. Ai. De beelden staan er al, het verslag nog niet. Maar de beelden spreken voor zich.
‘En nu?’ vraag ik, soort van lacherig. ‘Een gebroken wervel, ben ik dan ook een gebroken man?’
‘Was je al. Blijf je ook.’
Zegt de vrouw die al eeuwen mijn echte ruggengraat is. Slik. Blijf jij maar hangen, denk ik. Bij voorkeur aan mijn hart. Ik zal je stutten waar ik kan.