Ik loop weer heerlijk thuis te zijn
mijn innigst ikje luister rijk
de telgang ver bewust voorbij
de maalstroom van het slijk.
En zie en hoor, daar zijn ze al
guirlandes woorden, zalig zacht
ze knispervonken menig tal
zo onbezonnen nooit gedacht.
Achter pc, nog in de sfeer
zo graag getoetst, geperst
denk ik, ontroest: dat vers
hoe ging dat ook alweer?