Als het Cultuurdag is vandaag doe ik het Kröller-Müller. Op een bankje buiten bekom ik van alle indrukken. Tegenover mij staat het beeld van Monsieur Jacques. Hij is groener dan ik, maar overeenkomstig rookt ook hij een pijpje.
Veel schoolkinderen worden die dag voor hun verheffing door het museum gejaagd. Ze trekken gekke bekken naar Monsieur Jacques om daarna op kunstobjecten te klimmen al waren zij in de Apenheul.
Opeens kom ik in beeld bij een jongetje. Hij staart me aan en roept naar zijn vriendjes: ’Hé kijk, iets ouds.’ Acht mannetjes staren naar het houtje in mijn mond, mij verder veronachtzamend al ware ook ik van brons. Dan joelen zij verder de kunst tegemoet.