Vanaf het klein stationnetje St Roche Somme ga ik vaker naar het hoofdstation van Amiens. De Afrikaanse perronwachter heeft voor iedereen een vriendelijk woord, geeft handen, maakt grapjes, geeft informatie en maakt duidelijk wanneer het spoor veilig is. Hij weet inmiddels dat ik op vakantie ben, in de jeugdherberg zit, en elke dag het labyrint loop om teksten te laten ontstaan. ‘Uit welk land kom jij eigenlijk?’ vraagt hij.
‘Nederland.’
’Land van melk,’ zegt hij.
’Hier in Frankrijk produceren ze anders ook aardig wat.’
’Jullie land heeft naar verhouding echt de meeste koeien.’
’Okay, maar bij ons lachen ze niet.’ Ik doe ze somber na.
‘La vache qui ne rit pas’, grinnikt hij.
We krijgen allebei de slappe lach.