Na een regenachtige nacht is het vandaag mooi weer.
Ik wandel over een nog natte weg en mijmer over
de vele wormen en slakken, die een wisse dood tegemoet gaan.
Een wandelaar vordert langzaam,
maar voor wormen en slakken geldt dit zeker.
Waarom willen ze allemaal naar de overkant van de weg,
is het gras daar dan toch groener?
Velen zullen het niet halen, als ze al niet door een wandelaar,
fietser of automobilist vermorzeld worden,
dan wordt de opkomende zon onverbiddelijk.
Voor hen is het gunstiger wanneer het regent,
maar als wandelaar heb ik toch liever een zonnetje.