‘Oma, mama zegt dat de wereld na duizendmiljard jaar misschien niet meer bestaat.’
‘Ach schat, mensen worden maar ongeveer honderd jaar. Ik ben nu vijfenzestig en jij tien. Hoe oud ben je dan als ik honderd ben?’
‘Vijfenveertig.’
‘Dat is ouder dan je mama nu is.
Je moet er alleen voor zorgen dat alles wat je kiest in je leven, en dat gaat nog dikwijls gebeuren, je gelukkig maakt. Heel belangrijk! Want honderd jaar leven is lang.’
‘Weet je wat mij gelukkig maakt oma?’
‘Zeg eens lieve schat.’
‘Jij oma.’
Dat wordt dan zeker blijven leven tot duizendmiljard.