Ik ben vijfentwintig en begin met hardlopen, want ik kan wel wat endorfine gebruiken. Van lantaarnpaal naar lantaarnpaal; wandelen, hardlopen, wan’delen, hardlopen… Na een paar weken is er een loop in mijn buurt van vijf kilometer. Dat moet te doen zijn! Bij de start zie ik ze staan. Twee vrouwen van rond de vijftig. Ik schat in dat ik die twee probleemloos kan bijhouden. Wie weet laat ik ze zelfs mijn zolen zien. De waarheid is anders. Ik kan de luidsprekers - in gedachten - nog horen. ‘We wachten op de laatste deelnemer van de 5 kilometer. Met een rode kop stort ik me eindelijk over de finish. En niet alleen van de inspanning.