Meivakantie. Kleinzonen Flip en Tommie komen logeren.
Mooi weer, geen regen. Dus buiten spelen.
’s Avonds aan de tuintafel het favoriete menu van de mannetjes:
Friet met kibbelingen. Ze smullen ervan.
Flip (8) kijkt naar z’n laatste visje en informeert hoe vissen eigenlijk doodgaan.
Tommie (6) vertrekt geen spier. Noena licht toe dat vissen na de vangst
worden doodgemaakt door de vissers of stikken doordat ze geen zuurstof
krijgen als ze niet in het water zijn.
Flip schiet vol en Noena vraagt: ‘Waarom huil je?’ Flip: ‘Wat zielig’, en
door z’n tranen heen zegt hij: ‘Ik dacht dat ze gewoon doodgaan, net als opa’s en oma’s.’