Ik studeerde natuurkunde en haalde voor een moeilijk tentamen een 9. Nou was mijn studentengroepje een vrolijk feestend, bierdrinkend gezelschap dat maar een ding gemeen had op studiegebied, een gemiddeld tentamencijfer van 6 à 6,5. Het zegde zich nogal rond. Kort daarna ging ik bij een vriend op bezoek; niemand thuis dus ik pakte de krant en wachtte. De eerste die thuis kwam was zijn zoontje Bertje, 6 jaar. Ik zei vriendelijk ‘Dag Bertje’ maar kreeg tot mijn lichte verbazing geen reactie; hij cirkelde drie keer om mijn stoel, peinzend naar mij kijkend. Toen vroeg hij: ‘Ben je even knap als mijn vader?’ ‘Nee,’ zei ik, ‘zo knap ben ik niet.’ ‘Dacht ik al’, zei Bertje.