In de ogen van de tandartsassistente is het altijd lente. ‘Het ziet er prachtig uit’, zegt ze na een eerste inspectie van mijn gebit. ‘U houdt het echt goed schoon.’ Toch is mijn mondhygiëniste nog zeker een half uur bezig. Voor elke tand en kies neemt ze uitvoerig de tijd. Ik onderga het gelaten met mijn ogen strak dicht. Dan klinkt het verlossende woord: ‘Zo dat was het weer.’ Opgelucht stap ik uit de stoel. ‘Trouwens, wat heeft u mooie ogen,’ zegt ze bij het afscheid.