In de trein naar Parijs zitten achter mij twee jonge vrouwen die ook uit Den Haag komen.
De ene zegt dat ze het wel lastig vindt dat ze de taal niet spreekt. Waarop de ander zegt: ‘Als je dag wilt zeggen, zeg je gewoon “ooievaar”.’
‘Ooievaar?’, herhaalt de vriendin.
‘Ja. Dat betekent Dag!’