Lang geleden alweer, dat de eerste Turkse winkelier, een poelier, zich in onze Haagse winkelstraat vestigde.
Ik liep de winkel binnen, zag geen kip in de vitrine, maar vroeg of hij ook scharrelkip had. De man keek me zwijgend aan, dus ik nogmaals: ‘Scharrelkip. Van de boerderij, buiten...’
Nog geen reactie.
Kip nadoen dan maar? Vleugels, geluid? Ik aarzel.
Dan: ‘Mevrouw, ik spreek Nederlands hoor. Maar ik moet even achter gaan kijken.’