Ik zit in de Intercity naar Utrecht. Op station Amsterdam-Amstel neemt een vrouw bellend plaats tegenover mij. Haar telefoongesprek wint het al snel van mijn pogingen de krant te lezen.
Midden in het gesprek zegt ze: ‘Oh, ik ga hangen, want Rob belt.’ Ze tikt op haar scherm.
‘Hai Rob!’
Er volgt een gesprek over koetjes en kalfjes. Na het gesprek tikt de vrouw opnieuw op haar scherm.
‘Ben ik weer.’
Ze vervolgt het gesprek dat zij eerder onderbrak.
‘Moet je nog veel boodschapjes doen?’
Ze luistert aandachtig naar het antwoord.
‘Banaan is altijd wel lekker, ja.’
Als ze klaar is met het gesprek, vraag ik haar: ‘Heeft u er last van als ik de krant lees?’
‘Nee hoor.’