We overnachten op een bungalowpark nabij het Afrikaanse Krugerpark. Nog helemaal in de safarisfeer besluit ik de kinderen – die een eigen bungalow hebben – te verrassen met een act. Ik sluip naar hun huisje, waar schuifpui en gordijnen gesloten zijn. Met al mijn kracht ruk ik beide open terwijl ik luid brullend een leeuw imiteer: ‘WAAA, ROARRRR!!’ Het is stil en ik sta oog in oog met een klein oud mannetje in z’n onderbroek. Dodelijk beschaamd maak ik me uit de voeten. In de avond gaan we eten in het enige restaurant dat het park kent. Het inmiddels aangeklede oude mannetje komt joviaal lachend naar me toe en zegt: ‘Allez hè, ik wilde net m’n broekske uitdoen!’