Begin jaren negentig zaten Heinz Polzer (Drs. P.) en ik op het terras van Mulliner’s Wijnlokaal, waar ieder kwartaal het jongste nummer van literair vertaaltijdschrift De Tweede Ronde werd gevierd. Ik was druk doende met ‘Blackbird singing’, liedteksten en gedichten van Paul McCartney, die Rob van Essen, Jan Donkers en ik aan het vertalen waren. Gecharmeerd door het verborgen rijm in ‘Lovely Rita’ van ‘Standing by a parking meter / When I caught a glimpse of Rita’, waarin McCartney ‘meter’ uitspreekt als ‘mietah’, vroeg ik wat Heinz daarvan vond. ‘Zoiets’, antwoordde hij, ‘is voor échte dichters; daar sta ik vér boven’. Hij keek op zijn horloge, mompelde ‘Mijn tijd is gekomen’, knikte en wandelde weg, de Amsterdamse zomeravond in.