Tegen achten in de avond kom ik nog snel de bibliotheek binnengelopen, bijna sluitingstijd. In een flits zie ik bij de ingang een kleurrijke vrouw van middelbare leeftijd met een donkere huidskleur zitten, bepakt en bezakt. Zo in haar uppie met rondom op de grond haar vele tassen en spulletjes. Ik loop door.
Na een paar minuten keer ik bezorgd terug, ze komt me zo verlaten en unheimisch over. En de bieb sluit zo! Dus vraag ik haar of ik ergens mee helpen kan?
In perfect Nederlands weert ze af: ‘Ik praat niet met vreemden.’ Waarop ik beduusd afdruip.