‘Waarom doet die mevrouw zo raar?’
De vrouw ligt verwoed over de grond te kronkelen. Mama hurkt naast haar neer en kijkt bezorgd.
‘Ga jij maar wat water halen.’
In de keuken vul ik mijn favoriete glitterprinsessenbeker. Zonder te morsen ren ik terug en geef het aan de mevrouw.
‘Dankje, lief meisje.’
Ik ga spelen. Mama komt even later binnen, zonder glitterprinsessenbeker.
‘Die mevrouw is een beetje ziek door grotemensenmedicijnen. We willen niet dat jij ook ziek wordt, toch?’
Ik besluit dat het niet erg is. Misschien neem ik nu een dinosaurusmok.