‘Dag prinses!’ klinkt het, terwijl ik mijn fiets van het slot haal. Dat kan maar één iemand zijn. Ik draai me om. ‘Zeg prinses, ik heb een tip voor je. Aan het eind van de Oudegracht kun je gratis gebruik maken van computers.’
Hij doelt op een plek waar veel daklozen komen. Zelf ziet er hij er eigenlijk best verzorgd uit, zie ik. ‘Maar ik heb thuis gewoon een computer,’ zeg ik.
‘Wat?! Heb je een huis gekregen? Echt waar? Gefeliciteerd, prinses!’
Hij gaat de supermarkt in, ik fiets naar huis en vraag me voor de zoveelste keer af of hij me niet voor een ander houdt. Een week later zie ik hem in diezelfde buurt zorgvuldig een huis afsluiten.