Het was nog niet halverwege de middag. Een collega had geconstateerd dat het tijd was om pauze te houden en riep anderen op. We zaten aan de lange tafel en praatten over koetjes en kalfjes, toen de term verbeelding voorbij kwam.
Daarover valt veel te zeggen, maar de vraag is vooral hoe je het goed kunt zeggen. Onlangs had ik over de Italiaanse actrice Sophia Loren gelezen. Het kwam me voor dat zoals zij het had gezegd, het bijna niet mooier kon.
Ik citeerde: ‘De verbeeldingskracht van de man, is het sterkste wapen van de vrouw.’
Toen viel er een stilte.
En het duurde lang voor die stilte verbroken werd.